Who's your big brother?

Ooit, in lang vervlogen tijden, om precies te zijn in de herfst van 1970 liep Nederland massaal te hoop tegen een op handen zijnde volkstelling. Het ging niet alleen om een hoofdelijke telling, maar ook om wat
Volkstelling 1971
Protest tegen de volkstelling van 1971

er in de koppies rond ging. ‘Is hij / zij, bijv. door ziekte, ongeval, ouderdom, aangeboren gebrek of derg. aangewezen op hulp van anderen?’ Vraag 7a in bijlage F van een speciaal ingerichte questionnaire voor een persoon in een inrichting of een tehuis. Wie niet meedeed, kreeg een boetje van 550 gulden of ging voor twee weken het gevang in. ‘Voor dat je 't weet, is het weer zo ver, dan draagt de één een zweep, een ander een Jodenster,’ vatte Keizer der Vijftigers Lucebert de gemoederen puntig samen. Martin van Amerongen dacht bij het ‘neuzen tellen’ ook aan de oorlog, ‘gezien onze recente ervaringen met de – dankzij het goed geoliede mechaniek van onze bevolkingsadministratie foutloos uitgevoerde – arbeidsinzet en de vakbekwame oplossing van het joodse vraagstuk.’ Wellicht refereerde hij bij die opmerking aan de les van Loe de Jong in aflevering 14 van De bezetting hoeveel bloed, zweet en tranen het kost zo’n administratie in de as te leggen. Het verzet tegen de volkstelling paste in de algemene teneur van het anti-establishment van de jaren zestig. Er ontstond een nieuw soort gevoeligheid rond het begrip privacy, een levenssfeer die we met onze verzuilingsmentaliteit maar nauwelijks wisten te benoemen. Vandaar dat we leentjebuur moesten spelen bij onze Atlantische overburen. ‘Het was een volkomen nieuw begrip in Nederland,’ aldus criticaster van het eerste uur Frank Kuitenbrouwer. Zijn artikel in het NRC van 10 oktober 1970 gaf de aanzet tot de onrust over de plannen van het CBS de ziel en zaligheid van de Nederlandse burger in kaart te brengen.

Hoe doodgemoedereerd gaan we tegenwoordig met die ziel en zaligheid het world wide web op. De permanente zichtbaarheid van je curriculum vitae op LinkedIn staat in schril contrast met de keurige belofte aan de sollicitant van weleer de persoonlijke gegevens door de shredder te halen, mocht men niet tot een arbeidsovereenkomst komen. Zing, vecht, huil, bid, lach, werk en twitter, want de hele wereld mag weten wat je denkt, eet, drinkt, ziet, hoort, ruikt, leest, prijst of laakt. Intussen zijn de sociale media in staat een Arabische lente en een Syrische burgeroorlog te mobiliseren. Keerzijde van die tweetende wereldbevolking is dat het de CIA wel heel gemakkelijk wordt gemaakt burgerlijke ongehoorzaamheid te monitoren. Paranoïde machtsdenken? Nee, hoor. De divisie cyberspionage geeft ruiterlijk toe dat zij de electronische snelweg afstruint op een aanwas in digitaal activisme, zodat een volksopstand voorspeld kan worden voordat die goed en wel begonnen is. Steven de Jong schreef daarover een mooi artikel in het NRC van 13 april jl.

Overigens viel het met dat massale verzet in 1971 uiteindelijk ook wel mee. 23.000 onderdanen weigerden bij de kudde meegeteld te worden, een kleine 0.3 % van de Nederlandse bevolking, en werden stante pede gepardonneerd.

Indien u het interessant vond wat u net las, volg me dan op mijn twitteraccount door te klikken op dat onschuldige T-tje onderaan deze pagina.